The day after | Adrenaline!
Het giert nog na. Did it! Man, man, wat was ik zenuwachtig gisteren. Of ik het wel zou halen. Eerst een kilometer zwemmen en direct daarna 10 kilometer hardlopen. In de eerste plaats omdat ik die overgang nog nooit had meegemaakt. In de tweede plaats omdat het 3 jaar geleden was dat ik voor het laatst de 10 aantikte met hardlopen. En … ik moest voor het eerst in het tri-suitje. HET pekske. Waarin ik mij een paar maanden geleden met veel pijn en moeite had gewurmd in een veel te warm pashokje.
Hobbel 1 was snel genomen. Het verdient nog altijd geen schoonheidsprijs, mij in dat pakje. Maar een paar maanden triathlontraining werpen kennelijk toch centimeterlijke vruchten af. Niks gewurm meer. De spiegel vermeed ik maar.
Het was heerlijk weer, dus een trui erover en hardloopschoenen aan. Rugzak met inhoud driedubbel gecheckt. En zo toog ik op de fiets naar het zwembad. De Zwemloop vond namelijk plaats in mijn eigen dorp. Handig.
Daar verwachtte (lees: vreesde) ik allemaal van die doorgewinterde triatleten. Die waren er. De meesten. Maar er waren ook een paar ‘gewone’ mensen. Zoals ik. En de sfeer was meteen prima. Zelfs gezellig. Dat realiseer ik me achteraf pas. De adrenaline vierde namelijk hoogtij.
En toen was het 18.30 uur. Daar ging ik. Mijn 40 baantjes. Ik deelde mijn baan met 2 mannen. Die waren gelukkig ook niet van de snelste. Ik haalde er eentje zelfs een paar keer in. En het ging lekker! Nou had ik me over het zwemmen niet zo’n zorgen gemaakt. Voor het gemak negerend, dat ik een van de laatsten was die het water uitkwam krap 25 minuten later. Maar gelukkig nog net niet de allerlaatste. Dat gaf de burger moed.
En dat had ik nodig. Want toen kwam hobbel 2. Het toch wel enigszins gevreesde moment. Hoe zou het gaan?
Ken je dat gevoel na een stukje zwemmen? Zo’n zwaar gevoel als je daarna aan de kant staat? Dat dus. En dát zinkt dan tijdens zo’n eerste ronde (ik moest 6 rondes van het parcours doen) naar je knieën. Van die elastieken benen. En da’s niet handig als je nog 10 kilometer te gaan hebt. Ik vreesde in het begin dan ook met grote vreze dat het ‘m niet ging worden. En dan ging het parcours nog wel langs diverse horecaterrassen. En het was mooi weer. En ik ken veel mensen. In mijn eigen dorp.
Gelukkig kreeg ik er langzaam toch een ritme in. Oké. In mijn eigen tempo dan hè. Terwijl anderen mij aan alle kanten voorbij sprintten. Maar indachtig de wijze woorden van de hardlooptrainer liep ik mijn eigen slakkentempo. Standje diesel.
Ronde 3 had ik een dipmomentje. Je weet dan dat je nog een keer zoveel moet lopen. En ik heb ook heus een paar keer even gewandeld. Uit het zicht van vrienden en familie natuurlijk. Dat dan weer wel. Dat was trouwens een hele fijne motivatie om door te blijven gaan. Die aanmoedigingen. Zo lief! Overigens ook van die triatleten. Wat een supersfeertje hebben die onderling. Niks competitie. Iedereen gunt het de anderen en zelfs een schildpad als ik peppen ze nog op.
Tijdens ronde 5 keek ik een keer op de kerktorenklok. Verrek! Het was pas 19.50 uur. Dat gaf een boost jonguh! Ineens wist ik het. Ik ging het gewoon halen. Met een big smile spurtte, eh nou ja, liep ik de laatste meters naar de finish. Hobbel 3 was genomen. Ik had het gehaald!
Zojuist kwamen de uitslagen binnen. Ik blijk van alle mannen en vrouwen die de kwart deden, echt de ALLERlangste tijd te hebben neergezet: 1u39min. Maar een betere tijd dan ikzelf had durven dromen en gefinisht. En het was echt leuk om te doen. En het vertrouwen dat ik het hoe dan ook ga halen 1 juli is ietsje gegroeid. En vandaag, the day after, zweef ik nog steeds een beetje: adrenaline!