Schakelen, achtjes, slalom en rondjes … heel veel rondjes. Op wielerbaan Op Noord maakte ik vanavond mijn debuut. Een debutante op de racefiets welteverstaan. Op de eerste triathlontraining.
Wat eraan voorafging. Een puber in lachstuip, want-mama-in-net-zo’n-debiel-fietspakje-als-papa. Het wás ook gewoon fietskleding van manlief. Ofwel een paar maten te groot. Eerlijk? Ik moest zelf ook wel even slikken. Fietskleding is zo NIET flatteus. Ja, misschien als je superslank bent en bijvoorbeeld maat 34. Beide mij totaal onbekend. Maar goed, het gaat om het functionele natuurlijk en het zat gewoon lekker. Dat wel.
Dus toog ik in vol ornaat naar Eindhoven. Tot mijn schrik kwamen daar allemaal zo op het oog doorgewinterde fietsers-slash-triatleten aan. Oef! Stond ik daar in mijn geleende pekske. Gelukkig kreeg mijn ook nog geleende fiets (dank Greet) goedkeurende blikken van trainer Rik en mijn ‘ploeggenoten’.
En daar ging ik. Na eerst een schakellesje te hebben gehad. Hogere natuurkunde. Waarom je bijvoorbeeld bij het grote tandrad voor en kleine rad achter steeds zwaarder fietst. Ik heb Rik vrees ik wazig aangekeken. Was nooit goed in natuurkunde. Maar, na een paar rondes begon ik het door te krijgen. En verrek. Ik ging lekker.
Nou ja, in mijn eigen tempo dan hè. Mijn ‘versnellen’ was voor de anderen hun ‘relaxtempo’ en nóg gingen ze me even vrolijk voorbij. Maar ik maakte lekker mijn rondjes. Braaf op de binnenbaan. Of ‘traag’. Want de binnenbaan is volgens de regels voor de langzamere renners.
Het was echter een heerlijke avond, wind door mijn haren. Oh nee, daar zat dat helmpje. Ja, mijn spiegelbeeld was schrikken.
Anderhalf uur heb ik echt fijn gefietst. En dus ook techniek geoefend. Ik herinnerde de instructies bij de achtjes op mijn motor: ‘Daarheen kijken waar je naartoe gaat.’ Dat hielp op mijn fietske vanavond wel.
Als je zoals ik, nog nooit op een racefiets gefietst hebt. En je ziet ertegenop meteen de weg op te gaan. Dan is dit echt de perfecte plek om ermee te beginnen. Geen verkeer, dus alle aandacht voor je fiets. Echt heel relaxt.
Stiekem heb ik dus gewoon genoten. Bij rondje nummer zoveel riep ik al overmoedig naar mijn coach dat ik die 40 kilometer wel met twee vingers in mijn neus ga doen. Daar ga ik dan de komende maanden voor trainen. Maar misschien ben ik nu toch een beetje besmet met het ‘fietsvirus’. Want mijn debuut smaakte naar meer. Keileuk!