‘Hoi, ik heb je ingeschreven voor de Nuenense Zwemloop 7 april a.s. En oh ja, volgens Rik kan je de kwart wel aan.’ Zomaar een appje van Hans van der Hijden van Squadra, op een zonnige winterzaterdag. Ik verslik me in een slok koffie en sla meteen aan het rekenen. Een kwart zwemloop betekent een kilometer zwemmen en TIEN kilometer lopen. Direct na elkaar. En 7 april? Dat is al over vijf weken! Terwijl ik nog niet eens boven de ZES kilometer hardlopen ben uitgekomen. En die bovendien ook niet super soepeltjes liep. Oeps!
Ik ben absoluut geen hardloper van nature. Nooit geweest. Ook totaal niet op gebouwd trouwens. Vroegah, op het Eckart-College (en nog steeds trouwens, hoor ik van dochterlief) had je eens in de zoveel tijd het ‘rondje Eckart’ (wie kent ‘m nog?). Trauma! Dan zag je de laatste loopgroep. Dan een hele tijd niks. En dan kwam ik pas. Hetzelfde in mijn jaren als softbalcatcher bij HSCN. Een geweldige tijd, met ontzettend veel lol en sportplezier, behalve de ‘rondjes Lissevoort’ (denk Broekdijk en Nuenens Broek erbij). Liep ik ook altijd achteraan te sukkelen.
Ik ken ook totaal niet die zogenaamde ‘flow’ waar andere, vaak doorgewinterde hardlopers het altijd over hebben. “Echt Marlène, na een paar kilometer komt het. En ga je als vanzelf lopen.’ Eh, ‘vanzelf’? Hard werken nondeju. Gewoon stug de ene voet na de andere. In vol bewustzijn en gezwoeg.
Vanwaar dan deze zelfkastijding, kun je je afvragen. Nou. Omdat het toch wel lekker is. Eigenlijk zelfs heel erg lekker. En gemakkelijk. Schoentjes en kloffie aan en hup, naar buiten. Frisse neus. Oortjes in, lekker muziekje erbij en ‘Evi’ die mij in prachtig Vlaams aanwijzingen geeft. En een half uur of uurtje later weer gewassen en gestreken thuis aan het werk of relaxen. Mét een voldaan gevoel.
Een trainer zal altijd zijn pupillen motiveren zichzelf uit te dagen en een stap verder te gaan. Zo ook dus mijn topcoach Rik. Hij zal het wel weten denk ik dan. Hoop ik, in elk geval. Ik ga die tien er dus gewoon uitpersen, linksom of rechtsom. Met looptrainer Ton van Hoessel heb ik daarom snel een trainingsschemaatje in elkaar geflanst. En natuurlijk op maandagavond Ton’s training bij SPARCK sportsclub Als je de komende vijf weken ergens in Nuenen dus een knalroze-groen gevaarte met een rood hoofd voorbij ziet komen lopen, that will be me.
In gedachten hoor ik Evi’s zoetgevooisde Vlaamse mantra: “Je doet dit voor jezelf.’ 7 april dus. Ikke. Oeps!